Jacqueline interviewde 37 anderen over de overgang

Interview

Als Jacqueline van den Heuvel (56) op haar 51e last krijgt van gezondheidsklachten, duurt het nog twee jaar voordat ze weet dat ze in de overgang zit. Sindsdien is het voor haar een zoektocht naar hulpmiddelen die haar zo goed mogelijk door deze levensfase begeleiden. Om te onderzoeken hoe anderen met de overgang omgaan, maakte ze het boek ‘Tweede Lente’.

Wat waren voor jou de eerste symptomen van de overgang?

“Rond mijn 51e merkte ik dat ik zwaarder werd. Hoewel 51 ongeveer de gemiddelde leeftijd is wanneer je in de overgang komt, wist ik dat destijds niet. Tijdens mijn zwangerschap was ik ooit 30 kilo aangekomen en ik merkte nu dat ik opnieuw aankwam. Dus ging ik naar de huisarts met de vraag of die mij kon helpen, en ik vroeg of het misschien met hormonen te maken kon hebben? Maar volgens mijn huisarts had het met mijn leeftijd te maken. Ik moest minder eten en meer bewegen. De overgang kon het niet zijn. Toen ik ook nog last kreeg van slaapproblemen, ben ik naar de huisarts teruggegaan. Die verwees me door naar een ‘praatgroepje’. Uiteindelijk kreeg ik er ook opvliegers bij en toen wist ik: ik ben in de overgang. Dat was twee jaar later.”

Hoe heb jij hulp gezocht voor jouw klachten van de overgang?

“Inmiddels ben ik 57 en al die jaren heb ik lopen aanmodderen. Ik heb last van nachtzweten, spierpijn en gewrichtspijn, waardoor ik slecht slaap. Verder heb ik sinds de overgang last van vergeetachtigheid. Toen ik voor het eerst niet op woorden of iemands naam kon komen, dacht ik dat ik dement werd.”

“Vanuit mijn huisarts heb ik weinig ondersteuning gekregen. Hoewel ik uiteindelijk wel ben doorverwezen naar een gynaecoloog, werkte de voorgeschreven behandeling – het plaatsen van een spiraal en Femoston (een vorm van hormoontherapie) – voor mij helaas niet. Ik kwam juist meer aan en hield veel vocht vast. Ook andere middelen, die je gewoon bij de drogist kunt krijgen, helpen bij mij niet. Ik heb afgelopen zomer zelfs in het buitenland een chip in mijn huid laten zetten die testosteron afgeeft, maar ook daar heb ik geen baat bij. Het blijft een lange zoektocht, omdat zo slecht te voorspellen valt wat helpt.”

Jij hebt een boek gemaakt over de overgang: ‘Tweede Lente’. Hoe is het idee voor dit boek ontstaan?

“Tijdens mijn worsteling met de overgang, dacht ik: ‘Hoe gaan anderen hiermee om? Ben ik nu zo’n zeurpiet?’ Ik was op dat moment ook begonnen met een Masterclass op de fotoacademie, en daarvoor moesten we een eigen project maken. Dat werd mijn boek, met 37 portretten en verhalen over de overgang. Hierbij vond ik het belangrijk om diversiteit aan mensen te kunnen tonen, om bepaalde vooroordelen weg te kunnen nemen. Zo wordt er vaak gezegd dat vrouwen uit Japan minder last zouden hebben van de overgang, terwijl de modellen in mijn boek die mythe wegnemen. De rode draad in alle gesprekken bleek het taboe op deze levensfase. Iedereen vond het fijn dat ze het er eindelijk over konden hebben, met hun omgeving vonden ze dat toch vaak lastig.”

“Wat voor mij nieuw was, was dat ik jonge mensen in de overgang tegenkwam. Melissa, met een leeftijd van 23, reageerde op mijn oproep. Ik vroeg haar: ‘Je begrijpt dat mijn boek over de overgang gaat?’. ‘Ja’, zei ze, ‘Ik ben in de overgang’. In het boek vertelt zij over haar ervaring met POI (primaire ovariële insufficiëntie), waardoor ze op jonge leeftijd in de overgang is geraakt. Het is schrijnend dat deze diagnose vaak pas laat wordt gesteld. Jonge vrouwen komen dan bij de huisarts omdat ze niet ongesteld worden. Vaak worden ze eerst naar huis gestuurd, met de boodschap dat het aan hun gewicht of stress ligt. Pas na meerdere doktersbezoeken wordt er daadwerkelijk onderzocht waarom de menstruatie uitblijft. En dan blijkt dat ze opeens bepaalde keuzes niet meer hebben of kunnen maken. Dat raakte me zo, dat we nu een platform hebben opgericht, waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten.”

“Tijdens mijn worsteling met de overgang, dacht ik: ‘Hoe gaan anderen hiermee om? Ben ik nu zo’n zeurpiet?’”

Kon jij met mensen uit je omgeving over de overgang praten?

“Dat moest wel. Opvliegers komen altijd op een moment dat je er geen tijd voor hebt. Tijdens mijn baan als projectassistent bij een groot bouwproject, heb ik vaak met mannen in een bouwkeet gestaan, terwijl het zweet me aan alle kanten uitbrak. Dat is ongemakkelijk en niet fijn, maar daarom benoemde ik het op dat soort moment ook. Zodat zij wisten wat er aan de hand was. En vaak kreeg ik dan begrip terug. Ook in mijn eigen omgeving ben ik heel open over de overgang, juist omdat ik van anderen graag wil weten hoe zij met de overgang omgaan. Hebben zij een middel gevonden dat helpt? En zou dat voor ook mij werken?”

Als je terugkijkt op de overgangsperiode: waar was jij het meest mee geholpen geweest?

“Toen mijn boek uitkwam, heb ik ook een exemplaar aan mijn huisarts overhandigd. Ik zei tegen hem: ‘Ik hoop dat jullie in de toekomst anders omgaan met vrouwen in de overgangsleeftijd’. Want pas nadat het is vastgesteld, kun je ook gaan nadenken wat mogelijk volgende stappen zijn. Zijn reactie was eerst wat afhoudend – ‘Dan moet ik iedereen medicatie gaan voorschrijven’ -, maar we eindigden het gesprek positief. Hij begreep ook dat mensen zonder diagnose, geen keuze hebben in hoe zij klachten kunnen behandelen. Had ik direct de juiste diagnose gekregen, dan had ik eerder kunnen nadenken over opties als het plakken van hormoonpleisters of het smeren van hormoonzalf. Of had ik kunnen nadenken over een bezoek aan een overgangsconsulent.”

Wat hoop je dat mensen uit dit boek meenemen?

“Sowieso dat mensen erover praten en gerichte vragen kunnen stellen aan hun huisarts over de overgang. Dat ze hun klachten kunnen benoemen en weten wanneer deze wijzen op de overgang. En dat ze durven te vragen om een test via het prikken van bloed – ook al geeft dat niet altijd in een keer uitsluitsel. Als veel vrouwen actie ondernemen, kan dat ervoor zorgen dat ze in de arbeidsmarkt blijven. Want veel vrouwen willen blijven werken, maar krijgen te maken met gebroken nachten. En dan wordt het heel lastig om op hetzelfde tempo door te gaan.”

“Mijn boodschap is dat we ons niet voor de overgang moeten schamen en altijd mogen benoemen wanneer we last hebben van klachten. Zolang we dat benoemen, kunnen we nadenken wat de volgende stap is.”

doorbreek de cyclus.

chevron-down